Op 27 mei 2015 verscheen het derde boek in de jubileumserie van het Begijnhof. Dit boek handelt over het aloude archief en draagt de titel ‘Het geschrevene blijft’. Deze titel is ontleend aan het citaat ‘Verba volant, scripta manent’ (Woorden vervliegen, het geschrevene blijft) van de Romeinse redenaar Caius Titus (ca. eerste eeuw). Het boek telt 192 pagina’s en is voorzien van een hard cover. Auteurs zijn: drs. W.L.A.H.M. Mastenbroek MA, M.M.M. Rasenberg, F.H.M. Roelvink, Jac. A.M. Snijders, mr. drs. E.C.M. Wagemakers en drs. H.D. Wessels. Tekstredactie: drs. J.J. Brouwers. Beeldredactie: M.M.M. Rasenberg en J.G.O.M. Bakers. Vormgeving: Studio Bakers.
Het eerste exemplaar van dit boek is in ontvangst genomen door de burgemeester van Breda, dr. P.F.G. Depla.
Het archief van het Begijnhof van Breda is van nationaal belang. Het is uniek omdat het oorlogen, stadsbranden en oproer heeft overleefd. Deze omstandigheden hebben de andere kerkelijke instellingen met hun archieven en bibliotheken zwaar getroffen. Van de 38 Nederlandse begijnhoven zijn er maar liefst 36 verloren gegaan. Het Begijnhof van Breda staat sinds 1531 onder de persoonlijke bescherming van de familie van Nassau. Aan deze bescherming dankt het zijn voortbestaan. Het archief werd door de eeuwen heen bewaard door de meesteres, de democratisch gekozen leidster van de Begijnengemeenschap. Aan het einde van de negentiende eeuw zijn delen van het archief verspreid geraakt, maar de meeste archivalia zijn echter via verschillende archiefdiensten in Nederland en België teruggekomen naar het Bredase Stadsarchief. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd het archief, dat toen nog op het Begijnhof werd bewaard, beheerd door de pastoor die bij het Begijnhof was aangesteld. In 1999 is dit archief door het huidige bestuur in langdurig bruikleen overgedragen aan het Stadsarchief. Door samenvoeging van deze ‘twee collecties’ kreeg het archief zijn oorspronkelijke omvang terug. In het kader van het landelijke Archieven Metamorfozeproject (2011-2013) werd dit historische archief gedigitaliseerd en werden 42.000 digitale opnamen via het internet voor onderzoek beschikbaar gesteld.
De eerste grondige publicatie over het Begijnhofarchief verscheen in 1911. Het betrof een Cartularium, samengesteld door G.C.A. Juten. In 1966 volgde een Inventaris van het archief van het Begijnhof te Breda door archivaris J.M.F. IJsseling.
Dit rijk geïllustreerde boek gaat verder. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een nieuwe, aangevulde inventaris voorzien van korte inleidingen door twee Bredase archivarissen. In deel twee wordt door vier verschillende auteurs ingegaan op diverse onderwerpen betreffende dit archief zoals de oudste oorkonde, demografische gegevens, de organisatiestructuur, Bredase cijnzen en andere inkomsten en de relatie met de familie van Nassau. Het boek bevat bovendien lijsten en levensbeschrijvingen van begijnen, meesteressen en pastoors en een literatuurlijst van het Bredase Begijnhof.
Het boek is te koop in de winkel van het Begijnhofmuseum en bij boekhandel Van Kemenade en Hollaers. Verkoopprijs is € 24,50.