Digitaal archief Begijnhof Breda

Veel oude Bredase archivalia zijn verloren gegaan, onder meer bij de grote stadsbranden van 1490 en 1534 of bij opstanden en oorlogen. Bovendien ging ook lang niet iedere organisatie zorgvuldig met zijn archief om. Dit alles geldt niet voor het archief van het Begijnhof. Dat is voor het overgrote deel behouden gebleven. Aanvankelijk bevond het archief zich in het Begijnhof zelf. In 1999 werd het in bruikleen overgedragen aan het Stadsarchief Breda.

Het begijnhofarchief bevat de oudste charters (bezegelde bevestigingen van afspraken) die thans bij het Stadsarchief in Breda worden bewaard. Het oudste originele charter dateert van 1 mei 1269. Dit document is om verschillende redenen voor historici bijzonder waardevol. Het is namelijk de eerste West-Brabantse oorkonde die volledig in de Nederlandse taal werd opgesteld, eerder werd daarvoor veelal Latijn gebruikt. De tekst van deze oorkonde bevat tevens de oudste vermelding van de Grote Kerk in Breda, stenne moinster genoemd. In vrijwel iedere geschiedschrijving van de Grote Kerk wordt naar dit document verwezen. De inhoudelijke tekst van het charter geeft zelfs aan dat Breda in 1269 al enige tijd over een stenen kerkgebouw beschikte. Vervolgens is de oorkonde door drie partijen bezegeld waaronder ‘de poorters van Breda’. Deze partij gebruikte daarvoor het stadszegel. Het in was gedrukte zegel dat aan dit document bevestigd werd, betreft het oudste stadszegel van Breda dat thans nog in Nederland te vinden is.

Het begijnhofarchief heeft betrekking op een periode van zeven en een halve eeuw en bestaat uit 42.000 pagina’s. Het geeft een belangrijk overzicht van de ontwikkeling van het godsdienstig leven van de begijnen en het functioneren van het Begijnhof binnen de stad Breda. Ook blijkt uit het archief hoe het hof aan inkomsten kwam. Vanaf ongeveer 1500 zijn bovendien vrijwel alle rekeningen bewaard gebleven. Dit alles tot op de huidige dag. Vanaf het jaar 1648 zijn ook de meeste persoonsgegevens van de Bredase begijnen en hun pastoors bewaard.

Een ander aspect van het archief is de relatie met de familie van Nassau, later Oranje-Nassau. Tussen de documenten bevindt zich nog de originele oorkonde uit 1531, waarin Hendrik III van Nassau het Begijnhof bescherming toezegt namens zichzelf en namens al zijn opvolgers. Ook de latere schriftelijke bevestigingen van deze zogenaamde sauvegarde (bescherming) zijn bewaard gebleven. Opvallend is de sauvegarde die Prins Maurits binnen één week na de verovering van Breda met de list van het turfschip (1590) aan de begijnen gaf.

Op basis van een door het bestuur van de Koninklijke Bibliotheek in december 2010 toegekende subsidie in het kader van het Nationaal programma voor behoud van het papieren erfgoed Metamorfose heeft in de jaren 2011–2013 conservering, restauratie en volledige digitalisering van dit waardevolle particuliere archief plaatsgevonden.

In 2013 verscheen in de jubileumreeks van het Begijnhof het boek ‘Het geschrevene blijft’. Dit boek vormt een waardevolle aanvulling op de bestaande literatuur over het Bredase begijnhofarchief.